amazone schreef:
:lol:
Van de holte en wydte der Kimmen.
10. De holte is ⅓ van de geheele holte op de hals: by voorbeeldt, hol 10 voet, komt 3 voet 3½ duim.
Ja dit staat in witsen , maar dat komt dus niet overeen met de tekening die ik nu gemaakt heb. Want nu zie ik dat Ketting zich richt naar de gegevens van "Van ijk" om die regels in zijn boek te stellen maar in zijn tekst ook tot de bijbelse spraakverwarring komt en witsen als ref. geeft m.a.w. je kan beiden niet vergelijken.
We zijn hier dan wel bezig met de top van modelbouw; ttz. noch kit, noch scratch maar werkelijk met experimentele archeologie bezig en het bouwen van een "Dock-yard" model.WE bouwen een model zoals wij denken dat het in jaren xxxxdes heren ook werd gebouwd.
Kijk, mijn boerenvertand begint een beetje gewaar te worden dat zowat ieder scheepsbouwmeester op het continentaal vlak, de ongeveer geldende regels volgde en toch zijn eigen interpretatie of afwijking eraan gaf.
Een beetje zoals ieder korvet in WOII anders was en zoals nu nog ieder scheepswerf een hogaars of boeier of schokker anders maakt dan een andere werf.
ik begin te geloven dat zowel Witsen als van Ijk elk een eigen interpretatie hebben gegeven aan de scheepsbouw en als je als modelbouwer ongeveer in dezelfde orde van grootheden blijft je aardig goed bezig bent. Je vastpinnen op zowel Witsen en of Van Ijk lijkt me meer een discutie tussen archeologen die hun leerstoel en €€/jaar moeten verdedigen. Nu ik er over nadenk ; wij zijn modelbouwers en moeten een beetje relativeren. Wees nu eens eerlijk, eens je model gemaakt en het bij jou op de kast staat, welke bezoeker gaat nakijken of je grootspant wel volgens de geldende regels is. En .... welke zijn dan de geldende regels???