Dank voor het compliment over het spuitwerk. De basis is schuren... heel veel schuren. Dan komen die laagjes bijna als vanzelf op het model.
Er is weer een boel kleins gebeurd, maar bij elkaar toch best aan aardige update.
TheFlyingDutchman schreef:
Of is het echt overduidelijk niet nodig om de neus te verzwaren?
Je hebt wel een goed punt. Ik denk dat ik inderdaad toch een stukje lood in de neus verwerk. Better safe than sorry
Dus heb ik zo'n loodje voor het plantje van de goudvis in de neus gestopt
Daarna door met de ramen:
Ze waren een beetje bobbelig aan de oppervlakte dus heb ik ze eerst glad geschuurd met korrel 1500
Daarna in stapjes gepolijst. Hier zie je het resultaat. Een gladder oppervlak en mooi doorschijnend.
En alle vier op hun plaats. Je ziet de weerkaatsing van de loeplamp terug in het glas en de romp, omdat beide uiteindelijk zijn gepolijst. Hierna kon het interieur voorgoed uit het zicht...
Mocht iemand dit draadje als referentie gebruiken, let op: de RLD/RLS toestellen waren voorzien van de optionele drogue parachute (rem parachute). Die was ondergebracht in deze verdikking in de staart. Er is een optionele staartkegel met het model meegegeven, maar de ventral fin moet wel zelf worden aangepast op deze verdikking.
Citaat:
Te vooruitstrevend?
Overigens werd deze fin toegevoegd nadat het prototype in een flat spin terecht was gekomen en verongelukte. Een dergelijke fin aan de onderkant van de romp, ter hoogte van het rudder heeft met name tot doel om het gieren (beweging om de topas) te dempen en het corrigeren van een (aanstaande) spin met het rudder effectiever te maken.
Het concept van de voorwaartse pijlstelling was nieuw, maar ook de plaatsing van een T-staart van een nieuw concept. De T-staart had voordelen, zoals betere bestuurbaarheid bij lage snelheden en geen interferentie met de uitlaatgassen van de achteraan de romp geplaatste motoren.
Op 22 oktober 1963 verongelukte een van de eerste verkeersvliegtuigen met een T-staart: het prototype van de BAC.111, als gevolg van een ‘deep stall’. Op 12 mei 1965 overkwam dit dus ook het prototype van de Hansa. Eerst raakte het toestel in een deep-stal, daarna kwam het in een vlakke spin. Het bleek dat met name de T-staart gevoelig was voor dit type van overtrek en dat het eenmaal in deze situatie moeilijk of helemaal niet meer te corrigeren was.
De ruddereffectiviteit en stabiliteit om te top-as werd dus vergroot door toepassing van de ventral fin. Het probleem van de deep-stall werd opgelost door de toepassing van een ‘stick-pusher’. Een systeem dat de neus naar beneden duwt bij het benaderen van de stall speed (zie ook de analogie met het Maneuvering Characteristics Augmentation System, of 'MCAS' van de Boeing 737-MAX).
Dit alles was een grote tegenvaller voor de Hansa, want men had juist gerekend op gunstige stall eigenschappen vanwege de naar voren gerichte vleugel, waardoor de volledige efficiëntie van de rolroeren (aileron) tijdens een stall behouden zou blijven.
Andere T-tail vliegtuigen uit die tijd (Boeing 727, eerste vlucht feb ’63 - Douglas DC-9, eerste vlucht feb ’65 – Fokker F.28 eerste vlucht mei ’67) profiteerden van deze tegenslagen en namen de lessen over. Al deze toestellen werden uitgerust met stick-pushersers.
Toen kon alles worden samengevoegd. Ook hier weer flink wat schuurwerk op alle naden en kieren.
En met de eerste laag primer er op! Nu is het een kwestie van de belijning uittekenen, want die is om de een of andere reden niet meegeleverd op het verder heel complete decal vel van Flevo Decals.
tot de volgende!
VJ