Dank voor de aanmoedigingen en de info!
Afgelopen weken waren raar en druk. Nadat ik de Sinterklaasviering met mijn klasje moest missen door het coronageval waar ik in de openingspost over schreef, had ik in elk geval nog het kerstdiner om naar uit te kijken. Het idee was goed: alles zou geregeld worden door een cateraar zodat er geen ouders de school in zouden hoeven.
Helaas besliste het kabinet op maandag 14 december behoorlijk plotseling anders: dinsdag zou de laatste schooldag van 2020 worden, ook voor het basisonderwijs. Die zagen we niet aankomen, maar gelukkig was het besluit om de kinderen lekker van een vervroegde vakantie te laten genieten snel genomen zodat we ons de rest van de week volledig konden storten op het -wederom- op poten zetten van thuisonderwijs voor de twee weken na de kerstvakantie. Ik hou m'n hart weer vast, kan ik wel zeggen.
Afijn, jullie komen natuurlijk voor de Caravelle.
In de vorige update liet ik zien dat ik de flaps en de neus in vorm had gezet en voorzien van een laagje grondverf. Daarna heb ik me gestort op de vleugels en het achterste deel van de romp.
Allereerst de staart. Deze heeft een te kleine koorde en moet aan de voorzijde verbreed worden. Dit heb ik gedaan door lasagne te bakken van Evergreen stripjes en Revell lijm en dit eenmaal droog in vorm te schuren.
In de staart zit een vliegtuigtrap: dit was de gebruikelijke manier voor passagiers van de Caravelle om in- en uit te stappen. De kleine gebruikelijke deurtjes aan de voorzijde van de romp werden hiervoor eigenlijk nooit gebruikt (VJ?). In de kit zit dit trappetje er scharnierend bij. Ik heb hem er als zodanig ook ingezet zodat ik deze foto kon maken:
..maar daarna moest de boel toch echt dichtgeplakt worden.
Onder de motorgondels zitten vijf verstevigende strips op de romp. Deze zijn bedoeld om de krachten van de motoren gelijkmatig over de rompstructuur te verdelen. De vliegtuigbouwers van die tijd stonden nogal op scherp na de crashes van DeHavilland Comets in 1953 en 1954. In korte tijd zijn passagiersvliegtuigen hoger en sneller gaan vliegen, voortgestuwd door krachtige (straal)motoren en voorzien van drukcabines. De kennis van metaalconstructies bleef helaas even steken achter het onbekende verschijnsel van metaalmoeheid, met tragische gevolgen.
Aangezien Sud Aviation grootse plannen had met haar Caravelle, zoals verlengde versies met krachtiger motoren en wellicht zelfs een supersonische variant, hebben ze de romp hier extra stevig gemaakt. Ook de kenmerkende driehoekige raampjes met afgeronde hoeken zijn zo ontworpen om doorscheuren van de huidbeplating te voorkomen.
De verlengde en krachtigere Caravelles zijn er inderdaad gekomen. De supersonische variant (gelukkig?) niet, al zou de Concorde er nooit gekomen zijn zonder het pionierswerk van de Franse en Britse vliegtuigbouwers op het gebied van snelle straalverkeersvliegtuigen.
De strips heb ik aangebracht met dunne reepjes Evergreen plastic, waarbij ik lekker scheutig ben geweest met Revell lijm.
Eenmaal droog heb ik de strips vlakker geschuurd, maar een laagje primer verraadt toch nog wel veel oneffenheidjes. Nog niet af, dus.
Ook heb ik een begin gemaakt met de staartbumper en een richeltje achter de opening van de trap. Dit richeltje zag ik op een foto (zie rechterbovenhoek) en aangezien er zelfs een SABENA-opschrift op past hoort het ook op mijn model, vind ik.
De volgende stap op de romp is het in vorm schuren van de staartbumper en het richeltje bij de trap, en de rompverstijvers nog flink wat strakker afwerken en dunner schuren.
De vleugels dan! In de openingspost zei ik dat de vleugels uit de kit te groot waren in koorde, dus de afstand tussen voor- en achterrand. Toen ik een andere, betere schaaltekening vond bleek dat wel mee te vallen:
Hooguit een millimeter, die met de uitgeschoven flaps eigenlijk niet op zou vallen. Ik ga hier dus niks aan doen. Wel zijn de vleugeltips niet goed van vorm, die schuur ik in een betere vorm.
Voor piloten die geen straalverkeersvliegtuigen gewend waren, en dat waren de meeste piloten in die tijd niet, was de Caravelle nogal schrikken. Nog niet eerder was een vliegtuig zó gestroomlijnd gebouwd en ook nog eens met straalmotoren uitgerust. Propellermotoren leveren nogal wat luchtweerstand op en zijn met het terugnemen van wat gas dus niet heel lastig af te remmen. De Caravelle echter gleed door als een poedel op een pas gedweilde parketvloer.
Boven- en onderop de vleugels zijn daarom luchtremmen aangebracht: grote gaaspanelen die open klappen. Waarom gaas en geen solide paneel? Daar is vast goed over nagedacht, maar ik weet het niet.
Latere Caravelles kregen in plaats van (of als aanvulling op?) deze luchtremmen echte spoilers zoals we die nog steeds op moderne passagiersvliegtuigen zien.
Bij het PE-setje zijn de luchtremmen mooi uitgevoerd. Met tegenlicht is goed te zien hoe fijn dit geëtst is (muispijltje for scale). Te zien is dat niet alles even goed is doorgedrukt. Dit heb ik inmiddels al opgelost door met een schuurstokje een klein laagje van het messing af te schuren.
Voor deze luchtremmen, die ik in geopende stand ga aanbrengen, moeten sleuven worden aangebracht in de vleugels.
Wat me bezielde weet ik niet, maar...
...deze sleuf zit veel te ver naar het midden, en had bijna een centimeter verder naar achteren gemoeten.
Oh well...
Ik besloot dan maar het gehele stuk vleugel uit te snijden tot aan de achterrand. Op die manier kon ik met een zaagje meteen de drie sleuven voor de 'pootjes' van de remmen maken.
Daarna heb ik de vlakken weer opgevuld met stukjes plastic.
Onderop de vleugel paste ik dezelfde strategie toe, maar daar zijn de luchtrempanelen groter én zitten dichter op de flaps. Hier hoefde maar een klein stukje plastic weer te worden teruggezet. Dat is op deze foto nog niet gebeurd, wel zie je wat stukjes plastic als interne versteviging voor de toch wel fragiel geworden vleugel.
Nou, dat ziet er allemaal nogal dramatisch uit, maar na niet eens zo heel veel schuurwerk en een laagje primer zag de boel er toch weer aardig strak uit.
De achterrand van de vleugels was alleen niet meer kaarsrecht en dat was, zeker met de flaps erbij, toch wel duidelijk te zien.
Ik heb dit opgelost met weer die Evergreen stripjes, waarvan er inmiddels denk ik al een halve meter in de Caravelle verdwenen is. Voordeel is dat de achterrandjes nu ook meteen mooi gelijkmatig dun zijn.
Het achterrandje steunt op de 'flap tracks', de rails waarlangs de flaps naar achteren en omlaag schuiven. Ik ben blij te zeggen dat ik deze zo nauwkeurig op de juiste plek heb aangebracht dat de flaps zichzelf kunnen vastklemmen op deze tracks.
En dat is een beetje hoe de vlag er nu bij hangt! Zodra de vleugels eindelijk strak zijn, en de verkeerd gevormde vleugeltips wat aandacht hebben gehad, kan ik paneellijnen aan gaan brengen op de nu wel erg kale vleugeltjes. Ook de resin motoren hebben nog wat werk nodig voordat ik aan het echte spuitwerk kan gaan beginnen. Genoeg te doen deze winter!
Hele fijne feestdagen iedereen! Blijf gezond
groetjes Jelle