Na die laatste foto kon de romp dicht. Alleen toen kwam ik nog een foto tegen waarbij de trap achterin staat. Wat wel logisch is, mocht je ergens naar toe moeten uitwijken. Dus die heb ik er via de opening waar de vleugels komen achteraf erin gefrommeld.
En via datzelfde open dak heb ik nog een laatste foto van de cockpit gemaakt voordat alles helemaal dichtgeplakt wordt voor het spuitwerk.
De neus aan de onderkant bestaat uit een apart deel. Daar moet volgens de handleiding 30g gewicht in. Ik heb er nog wat meer in gedaan, zo'n 40g totaal aan oud soldeerdraad. En ik als ik de vleugels erop klem, dan is het maar net in balans op de plek waar het hoofdlandingsgestel zit. Dus ik vermoed dat je met 30g een staartzitter kweekt. Ik kon de wheelbay er ook nog bij gebruiken om wat gewicht kwijt te raken. De passing van de neuswieldeuren viel me alles mee, daar heb ik niet teveel plamuur aan hoeven verbranden.
Speaking of which: plamuren is bij deze kit wel een ding, want het is één groot klinknagelfeest. De plekken waar ik toch met plamuur aan de gang moest zijn niet helemaal zo strak als ik het zou willen. Maar de opliggende klinknagels herstellen als je ze weggeschuurd hebt, vond ik helemaal een hobbel. Dan maar ietsjes aan randjes accepteren. Dat brengt me op een heel ander ding. Bij de kit zit één sprue van wit kunststof, waar onder andere de auxilliary fins en de kegel op de leading edge van de staart in zitten. Dat is een beetje raar plastic, het is een stuk zachter en een beetje rubberachtig, vergeleken met de gele sprues. Het knippen, snijden en schuren van dat spul moet je voorzichtig aanpakken. En als je alles klaar hebt voor montage, dan is de passing maar zo-zo.
Op de onderstaande foto zie je de afwijking van de vleugeldelen. De tip zit netjes op elkaar en bij de motorgondels staat de boel dan flink open. Maar het staaldraad in de vleugel wist daar wel raad mee.
De uitgezaagde flaps heb ik met wat strip en plamuur aangevuld. In de cirkel zie je een schuin stuk aan de onderkant van de flap uitsteken. Daar is Heller wat kort door de bocht gegaan en heeft de flap tot de romp door laten lopen. Dat stukje heb ik er nog afgesneden.
Het afgesneden stukje heb ik bij de romp toegevoegd, zoals je in de cirkel op de onderstaande foto kunt zien. Daar zie je ook de voorste helft van de flapscharnieren zitten.
Die flapscharnieren heb ik alle acht uit elkaar moeten knippen om de veranderde stand van de flaps te faciliteren.
De CL-215 heeft twee kleppen voor het lossen van het bluswater, terwijl de CL-415 er vier heeft (die overigens allemaal apart bediend kunnen worden). In de kit zitten de rompdelen van de CL-215, dus met de grote vierkante kleppen. Met een beetje scribewerk moet je er dan vier van maken.
En toen was het tijd voor de primer.
En dan moet de boel drogen
Cheers,
Jan