Mijn volgend project dus, en hopelijk ook een volgende kit. Het is dat Erwin Stam van de Luchtvaart Hobbyshop er zo op aandrong, anders had ik het nooit gekozen.
Een intrigerend vliegtuig, dat wel, maar met zijn stroomlijn en ongewone vorm toch heel wat anders dan de kits die ik tot nu toe gemaakt heb. Lange tijd had ik alleen maar een kleine maatschets van het eerst en tweede prototype uit de facsimile van de originele Koolhoven brochure.
Ook vond ik ergens de bouwtekening van een rubber model van de F.K.55.
Foto’s waren er wel, van de Parijse Salon in 1936 en de Avia tentoonstelling in Den Haag in 1937. Dat was het eerste prototype, dat nooit gevlogen heeft. Het tweede ook niet veel gevlogen, de eerste en enige vlucht op 30 juni 1938 duurde net twee minuten.
Qua documentatie dus niet veel om mee te beginnen, eigenlijk te weinig. Tot ik via-via terecht kwam bij Frank van Dalen, Chief Engineer van Fokker Aerostructures. Hij had een tijd geleden software ontwikkeld om uit foto’s van een vliegtuig, genomen vanuit verschillende hoeken, een 3D model te construeren. En als onderwerp om het resultaat te laten zien had hij het eerste prototype van de Koolhoven F.K.55 genomen. Uit een PowerPoint presentatie van Frank van 19 februari 2015 komen de volgende plaatjes.
Uit deze foto werden de details van de structuur van het romp frame afgeleid.
Uiteindelijk met data verkregen uit andere foto’s heeft hij dat samengevoegd tot het hele structuur model.
En daarna bekleed tot het volledige model.
Ik heb het Autocad model gekregen van Frank en een oud-collega van mij bij Fokker Space (Airbus NL) heeft dat voor mij bewerkt tot een aantal aanzichten. Het is hem niet gelukt er een spantenplan uit te trekken, dus ben ik aan de gang gegaan om alle oppervlakken te verwijderen.
Uiteindelijk kwam er een goede maatschets uit.
Nu het vliegtuig zelf. De F.K.55 was een eenmotorige schouderdekker met een Lorraine Petrel motor, die via een overbrengingsmechanisme twee tegengesteld draaiende propellers aandreef, geen motorkoppel dus. De motor was midden in de romp geplaatst, wat leidde tot een zeer goede wendbaarheid, maar ook een lange as tussen motor en propeller, ook ontworpen en geproduceerd door Lorraine. De piloot zat voor de vleugel. Het onderhoud aan de motor was lastig en moest mogelijk gemaakt worden door allerlei (kleine) luiken. De motor werd na demontage van de rompachterstuk in de romp geschoven. Ook het rompvoorstuk kon met een paar bouten van het middendeel gescheiden worden. De rolroeren waren vervangen door een spleetsysteem. Vleugel, rompmiddenstuk en staartvlakken waren van hout. Het rompvoorstuk was een stalen buizen constructie, afgedekt met aluminium beplating.
De maximum snelheid van het jachtvliegtuig was 545 km/uur, de bewapening betond uit een Oerlikon kanon dat door de holle schroefas schoot en vier Browning F.N. mitrailleurs. Het onderstel was intrekbaar, voor het prototype met de hand. Het was duidelijk dat de hooggeplaatste vleugel problemen zou opleveren om a een goed functionerend landingsgestel te ontwerpen. Die vleugel was aan resultaat van Koolhoven’s tegenzin in laagdekkers (”die vallen om; ooit een vogel gezien met vleugels onder de buik?”). Beide prototypes gingen verloren in de fabriek bij het bombardement van Waalhaven in mei 1940.
Nu moest de maatschets nog omgezet worden in een spanten plan voor de master. Een collega modelbouwer heeft geprobeerd romp doorsneden direct uit het Autocad model te halen, maar dat is niet gelukt. Ik heb de maatschets toen met de hand mishandeld tot een set onderdelen voor de master.
Dat heeft me ruwweg een dag gekost, viel dus mee. Omdat het een nogal zware romp wordt als die massief gemaakt wordt, wil ik die hol en in twee delen uitvoeren. In hoofdlijnen betekent dat de twee langs profielen gemaakt worden van 0,4 mm styreen plaat, op elkaar gelijmd met Microscale Kristal Klear, zodat ze makkelijk gescheiden kunnen worden als de buitenkant van de romp voltooid is. Alle (halve) spanten maak ik van 0,5 mm styreen en de tussenliggende ruimte wordt opgevuld met stukjes styreen en epoxy klei. Het canopy deel wordt verwijderd (dat wordt de mal voor het cockpit dak) en de beide romphelften worden gescheiden en uitgehold. Vleugels en staartvlakken worden massief. Het landingsgestel wordt samengesteld uit een messing hoofdpoot en styreen delen. De wieldeuren en -bakken worden nog een aardige klus, en kunnen pas gemaakt worden als romp en vleugels klaar zijn. Ik ben er nog niet uit of dat voor of na het scheiden van de romphelften moet gebeuren.
De beste referentie is het onlangs verschenen boekje in de Koolhoven Aircraft Series, F.K.55 door Harry van der Meer en Ronald Dijkstra.
Wordt vervolgd (maar langzaam).
Rob
_________________
----------------
Bouwverslagen op
http://www.hollandaircraft.nl/De 1/144 kit van F-RSIN van de Fokker F.28 Mk. 1000 is on-hold. Nu bezig met de 1/72 Valom kit van de Fokker T.V en de masters voor een 1/72 Koolhoven F.K.55 kit.