Voor deze groepsbouw ook weer een Koolhoven, dit keer de F.K.56.
Het eerste prototype van de F.K.56, een vliegtuig voor de voortgezette opleiding maakte zijn eerste vlucht juni 1938 en zag er nogal anders uit dan de latere seriemachine. Het prototype werd gebouwd door de romp van de 19de seriemachine van de F.K. 51, een MLD versie, te nemen, de middelste sectie te verwijderen en te vervangen door een nieuwe cockpit sectie met een “meeuwen” vleugel (Koolhoven geloofde niet in laagdekkers, die vielen om, zei hij), een cockpitkap aan te brengen over de beide cockpits. Het toestel had een vast landingsgestel.
De foto komt uit T. Wesselink, Koolhoven Vliegtuigen. Het tweede prototype was ingrijpend gewijzigd, en had meer karakteristieken van de Koolhoven F.K.58 dan van de F.K.51. Romp en staartvlakken waren afgeleid van die van de F.K.58, de meeuwenvlegel en de gesloten cockpit werden gehandhaafd, de Wright motor was vervangen door een Armstrong-Siddeley Cheetah IX, en er was een simpel intrekbaar onderstel ingebouwd, zoals op deze foto uit het boek van Wesselink te zien is, waar het intrekken van het onderstel in de fabriek getest wordt.
Op basis van de prestaties van dit vliegtuig bestelde de LVA een serie van tien en er werd een derde vliegtuig gebouwd, dit keer weer met een Wright Whirlwind motor, en met een rechte vleugel, een gewijzigd landingsgestel en alleen een cockpitkap over de cockpit van de piloot. Het vliegtuig kreeg de LVA registratie 81. Deze eerste 81 stortte in januari 1940 bij de overdracht testen voor de LVA neer nadat een vleugel afbrak door flutter. De testpiloot Coppers kwam hierbij om. De vleugel van alle F.K.56’s werd daarna voorzien van “diagonaal” triplex, waardoor de flutter voorkomen werd. De 81 werd vervangen door een nieuwe machine, die gedurende de certificatie testen de pseudo-militaire registratie 1001 voerde en na aflevering aan de ML -weer- 81. De an-dere machines uit deze serie kregen de nummer 82 tot en met 90.
De LVA heeft een tweede serie van tien machines besteld, maar die is nooit afgeleverd doordat de oorlog uit-brak. Intussen had ook de Belgische regering twintig vliegtuigen besteld, waarvan er zeven afgeleverd zijn voor het begin van de oorlog. De uitvoering van deze vliegtuigen was vrijwel hetzelfde als die van de ML.
De Dujin kit zit in een plastic zak. Daarin de resin onderdelen zitten, een vacuform cockpit, metaaldraad voor delen van het landingsgestel en voor de staartstijlen en de handleiding. Er zitten geen decals in; die haal ik wel uit mijn verzameling en het registratienummer is makkelijk zelf te printen.
De handleiding is erg eenvoudig: Een korte beschrijving van het vliegtuig en zijn operationele details, een maatschets (niet op schaal) en beknopte schilderinstructie voor twee Nederlandse versies (LVA machine 81, het derde prototype met de Wright motor, gelijk aan de serie machines voor de LVA en de tijdelijke registratie 1001, die het toestel droeg tijdens de testen van de nieuwe vleugel) en twee Belgische versies. Ik ga de 81 bouwen. De aangegeven kleuren voor de ML machine in niet juist; alle F.K.56’s waren lichtblauw geschilderd, zoals duidelijk op de foto’s te zien is.
Nuttige referenties zijn:
1. R.A. Arnken, De Ontwikkeling van het Vliegtuig, p. 181, Gottmer, Haarlem, 1946
2. H. Hooftman, Van Brik tot Starfighter, Deel I: Met stofbril en leren vliegkap, pp. 142-143, La Rivière & Voorhoeve, Zwolle, 1962
3. W. Schoenmaker & T. Postma, Klu Vliegtuigen, De vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht vanaf 1913, pp. 75, 77, ISBN 90 6013 966 6, 1987
4. T. Wesselink & T. Postma, De Nederlandse Vliegtuigen, Alle vliegtuigen ooit in Nederland ontworpen en gebouwd, p. 112, Unieboek B.V., Bussum, 1982
5. T. Wesselink & T. Postma, Koolhoven, Nederlands vliegtuigbouwer in de schaduw van Fokker, pp. 4, 118-121, ISBN 90 228 3890 0, 1981
6. D. Top, Frits Koolhoven en zijn Vliegtuigproduktie, pp. 125-131, 1996
7. Het Vliegveld, 22ste Jaargang, p. 77, 307, 1938
8. A. ver Elst, De Belgische Luchtmacht in Beeld, La Force Aérienne Belge en Images, p. 51, Europese Bibliotheek, Zaltbommel, 1975
9. H. van der Meer, F.K.23, cover, 1996
10. T. Postma, Vermetele vliegende Hollanders, pp. 44, 62, ISBN 90 228 3987 7, De Haan, Bussum, 1975
11. H. Hooftman, Nederlandse Vliegtuig Encyclopedie, Koolhoven FK-51, pp. 118-129, La Riviere & Voorhoeve, Zwolle, 1978
12. T. Wesselink, Koolhoven Vliegtuigen, pp. 368-381, ISBN 978-90-818510-2-2, 2012
In Het Vliegveld staat een maatschets, maar die is van het eerste prototype. De maatschets in de handleiding is op de juiste schaal (1:72).
Karakteristieken van de F.K.56 zijn:
F.K.56 1:72
Spanwijdte 11.50 m 159.7 mm
Lengte 7.85 m 109.0 mm
Hoogte 2.30 m 31.9 mm
Motor Wright Whirlwind R-975-E3, 420-450 pk
Armstrong-Siddeley Cheetah IX, 350 pk ( alleen 2de prototype)
Bemanning 2
Bewapening 1 vaste mitrailleur, 1 beweegbare mitrailleur, 4 x 20 kg bommen
Ik ga de 81 bouwen.
Rob