Even een kleine overzicht van de masten en het optuigen van een klassiek zeilschip. Ik wil wel niet tot in de laatste detail gaan. Dat laat ik over aan jullie opzoekingen en zelfstudie, als je daar meer over wil weten. Ik kan hier tenslotte geen volledig boek maar voor de gemiddelde modelbouwer, zowel in plastic als in houtbouw kan hier iets mee doen.
De lijnen van het vaste en van het lopende want zijn, algemeen nodig voor ieder schip. Natuurlijk zijn er meer koorden enz. maar als je met deze lijnen al een schip kan optuigen, ben je al zeer volledig.
Hier al een tekening met de benamingen van de mastdelen.
Het maken van het staande want had een bepaalde volgorde en werkwijze. we beginnen onderaan met twee kraanlijnen. Dan komen de eerste en tweede wantlijn van SB. Daarop de eerste en tweede wantlijn van BB. enz
Hier een zicht op een willekeurige mars met het klassieke touwwerk eraan.
Rechts zie je een detail die aanduidt hoe de stagen werden gemaakt en bevestigd.
en als je het langs de voorkant bekijkt met de halzen en de paarden.
genoeg met tekeningen uit boeken.
nu een paar schetsen die trachten weer te geven welke koorden je op je model moet hebben. We beginnen met het staande want. Dit zijn dikke zwarte koorden die daarvoor gebruikt worden en ze worden opgespannen door de juffers of doodshoofden.
let op de detail van de kraanlijn. de dikte van de lijn= koord is geen maat maar een maataanduiding. de hoofdlijn had een omtrek van 1 waarde dan heeft de volgende lijn een omtrek van X . 0.7 enz. Kijk , als ik een model moet jureren is dat een van de punten waar ik steevast naar kijk. zijn er zowel aan SB als aan BB van de fokke en grote mast kraanlijnen aanwezig. Dit geeft mij aan dat de bouwer onderzoek heeft gedaan naar tuigage want deze info vind je zelden of nooit vermeld in bouwbeschrijvingen van kits en van veel scratch modelbouwers.
Na het want komen natuurlijk de stagen die de masten steun geven in de langsrichting van het schip.
wat ik hier teken is wel het strikte minimum. ( Wel een stag voor ieder dwarszeil dat het schip voert ( Uitzonderingen zoals vliegende kluiver enz. buiten beschouwing gelaten.
nu komt het moeilijkste deel. het lopende want of al het touwwerk dat kon bewegen. Als het staande want werd geteerd met "Stockholm teer" dan werd het lopende want steeds natuurlijk gehouden.
we beginnen met het touwwerk voor de ra. aan iedere ra zat een braslijn via een katrol om de stand van dat stuk dwarshout rond de mast te laten draaien in horizontale zin. daar was dan ook nog een lijn ,via een blok, onder het ezelshoofd op de ra in vertikale zin te bewegen en/of te steunen.
de zeilen hadden steeds min. twee koordjes die vanuit de halshoek vertrokken. eentje om het zeil dicht te trekken via een katrol bovenaan dicht tegen de mast. en eentje om het zeil aan te spannen of het een bolling te geven. de lijn begon steeds vanaf de onderliggende ra ,door de halsblok naar een blok of schijf op de onderliggende ra en via een tweede blok naar de nagelbank.
De meeste lijnen die enkel dienden voor de bediening van het zeildoek werden meestal belegd aan de nagelbanken aan de buitenzijde. De koorden voor bediening van ra's en langs zeilen liepen naar de nagelbank aan de mastvoet.
De halshoeken van de vierkante onderzeilen die liepen rechtstreeks naar de scheepswant aan de zijkant natuurlijk.
hier tracht ik in een tekening het spinneweb van de brassen weer te geven.
De brassen van de fokkemast liepen via de grote mast, De brassen van de grote mast via de besaanmast en die van de besaanmast liepen dan weer naar de grote mast.
Zo dat was het een beetje het staande en lopende want. Wat ik hier getekend heb is ongeveer wel het minimum dat op ieder schip wel kan uitgebeeld worden. Het maakt niet uit of het plastic of hout is. en mogelijk geeft deze uitleg jullie een beetje inzicht in het touwwerk en kan je daardoor beter je zeilplan van je kit lezen.
_________________
Ship modelling is not a hobby, it has become a way of live. © Brian King.
Als je ouder wordt, wordt alles slechter, behalve het vergeten, dat wordt steeds beter © E.B.
Geen kernnis zonder kunde, Geen kunde zonder Kennis. © Ab Hoving
Grtz Erik
http://modelships-beagle.eu/index.html