Al snel kwam men erachter, dat er assen en lagers nodig zijn om te rijden. De oplossing werd gevonden in, glijlagers, recht of iets gebogen, de kogellager e.d., bestonden nog niet. Wel was in de metaal techniek de bladveren, kunnen veranderd worden door de spiraalveren uit de stoomtechniek.
Een combinatie van beiden werd toegepast.
Inderdaad in de aspot is ook een verenstelsel wat smeert. Inderdaad, iets met een spons en een bezinking en additieven. Later werd deze samensmelting verkocht als Margarine. Bij het onderhoud in de jaren 80 ging je als monteur een pakje margarine kopen, bij de kantine dame.
Wat is er nog meer aan de hand. De retourstroom, we wisten al, de + is de bovenleiding en de - is de rails. Maar terug voren,. we gebruiken 200 tot 330 A. Deze moet ook weer terug. De enige verbinding is de wielen, dan via lagers en tandwielen en (hier ontstond de electrisch lassen)
Als de tandwielen draaiden en er ging die 330 ampere doorheen. Dat zorgde voor vonkenbruggen, maar ook bij de tandwielen, smeltpunten. Dan loopt de boel als snel vast, De temperatuur op de raakvlakken, stijgt snel naar 500+ graden. Dus om het smelten en "kleven"van metaal tegen ye gaan is er gekozen, om vaste raakpunten aan te brengen. Zodat de aspotten, en alle lagers stroomloos zijn.
Wat is er nog meer nodig, inderdaad, de wielen, die brengen de retour stroom op de rails.
Om de assen en de daarop gegoten wielen te vervangen, zijn er verticale meters nodig, dus een hef-installatie. door middel van platen en bouten, mooren en tapeinden, is er een combinatie, om of, de as mee omhoog te nemen, of op de werkrails, achter te laten.