Dank voor de aanmoedigingen, heren!
Tsja, de T34 is natuurlijk de grootste open deur bij een Sovjet groepsbouw. Net als de Zero bij de Japanse groepsbouw of de Spitfire bij de Battle of Britain groepsbouw. Maar toch mag zo'n belangrijk onderwerp niet ontbreken natuurlijk. En omdat ik er toevallig één had liggen ben ik er maar aan begonnen. En natuurlijk is het weer direct uit de hand gelopen met drie stuks. OK, toch even een korte historische inleiding:
T34In de jaren '30 had de Sovjetunie een aantal razendsnelle lichte tanks ontwikkeld voor de vernieuwende 'diepe operatie' doctrine van het Rode Leger: met gepantserde eenheden diep doorstoten in het vijandelijke achterland om communicatie, commandovoering, bevoorrading en hergroepering onmogelijk te maken. Deze tanks uit de BT serie waren gebouwd volgens het Amerikaanse Christies principe met grote onafhankelijk geveerde loopwielen. Het Christies principe liet hoge snelheden toe en met 70km/u (de BT-2 zelfs 100km/u) waren dit toentertijd de snelste tanks ter wereld.

BT-7
Ervaringen in de Spaanse Burgeroorlog (die door zowel de Sovjets als de Duitsers en Italianen als militaire proeftuin werd gebruikt) lieten zien dat de BT-7 een zwaardere bepantsering en een zwaardere bewapening nodig had. Dit leidde tot de ontwikkeling van de T34. Het ontwerp van de T34 was revolutionair, vooral vanwege zijn heel consequent doorgevoerde schuin geplaatste bepantsering. Omdat de schuine weg door een pantserplaat langer is dan de loodrechte weg zorgde de schuingeplaatste platen voor en dikkere effectieve bepantsering bij gelijkblijvende pantserdikte en dus ook gelijkblijvend gewicht. Bovendien zorgde de schuin geplaatste platen ervoor dat veel granaten afketsten op het pantser in plaats van er in door te dringen. Daarmee had de T34 de beste bepantsering van alle operationele tanks in 1940, en dat voor een heel acceptabel gewicht. De T34 gold als een middelzware tank.

Dit frontaanzicht van de T34 toont goed de consequent schuin geplaatste bepantsering van de T34.
Maar niet alleen zijn bepantsering maakte de T34 bijzonder. Het was ook de eerste tank die uitgerust werd met een 76mm kanon voor anti-tankdoeleinden, in een tijd dat de Duitsers dit nog deden met 37mm en 50mm kanonnen, en de Britten met 40mm. Daarmee kon de T34 al zijn tegenstanders gemakkelijk de baas op de gebruikelijke gevechtsafstanden. En bovendien schoot het 76mm kanon ook een heel acceptabele hoogexplosieve granaat af, waarmee ook infanterie en veldversterkingen op effectieve wijze bestreden kon worden. Ten derde was de T34 uitgerust met uitzonderlijke brede rupsbanden. Daardoor kon de tank zonder veel problemen opereren in de modder en in de sneeuw, waar andere tanks en voertuigen vastliepen. Dat maakte dat de T34 uitblonk op alle drie de factoren waarop een tankontwerp doorgaans beoordeeld wordt: bepantsering, bewapening en mobiliteit. In alle opzichten was de T34 zijn potentiële tegenstanders de baas.

T34 model 1940, het eerste productiemodel
En dat was nog niet alles. De T34 had nog meer sterke kanten. Ten eerste was de tank eenvoudig en goedkoop te produceren en daarmee heel geschikt voor massaproductie tijdens oorlogsomstandigheden. Ten tweede bleek de T34 gedurende de oorlog goed aan te passen en te verbeteren. Met deze verbeteringen, waarvan de belangrijkste een nieuw kanon in een grotere toren was bij de T34/85, bleef de T34 tot het eind van de oorlog een formidabele tank die zich kon blijven meten met het beste wat de Duitsers daar tegenover konden stellen.
Had de T34 dan geen nadelen en zwakke plekken? Zeker wel. De eerste was een tekortkoming in het ontwerpconcept. De T34 had een toren voor twee manschappen die ook nog eens heel krap was. Dat betekende dat de tankcommandant tegelijkertijd ook de schutter was. Daardoor was de commandant in het gevecht voortdurend overbelast, was de T34 traag met het onder vuur nemen van tegenstanders, en had de commandant gebrek aan situationeel overzicht. Omdat ook de radio onderin de tank was geplaatst kon de commandant slechts moeizaam communiceren met andere tanks. Dit waren allemaal grote nadelen in het gevecht die pas verholpen werden bij de T34/85 in 1944 die een grotere toren voor drie man had. Daarnaast waren de eerste series T34 uitgerust met een te zwakke koppeling en versnellingsbak, waardoor de tank snel stil kwam te staan met pech. Hierdoor werden aanvankelijk meer T34's uitgeschakeld dan door de vijand. Veel T34's trokken ten strijde met een extra versnellingsbak op het achterdek zodat het probleem in het veld verholpen kon worden. Bij latere versies werd dit probleem verholpen. Als laatste werden de T34's onder grote druk geproduceerd in uit de grond gestampte fabrieken door half-geschoolde arbeiders met primitieve machines. De toleranties waren hoog en de kwaliteitscontrole was vrijwel afwezig. Een Amerikaans assessment van de T34 wees uit dat het pantserstaal niet van de goede samenstelling was, dat de lasnaden slecht aangebracht waren en incompleet, bij regen liep het water door de lasnaden naar binnen. De afmontage was slordig en veel onderdelen waren van matige kwaliteit en snel stuk of versleten.

De vroege ontwikkeling van de T34. Links de BT-7, voorloper van de T34. Daarnaast het eerste prototype. op de derde plek de T34 model 1940, het eerste productiemodel en helemaal rechts de T34 model 1941, de eerste versimpelde versie voor de oorlogsproductie.
Het eerste model T34 kwam in 1940 in productie. Bij de Duitse inval waren zo'n 800 T34's operationeel. Hoewel de Duitsers wisten van het bestaan van deze tank, kwam hij toch als een nare verassing. De Duitse tankkanonnen en anti-tankgeschut van 37mm waren geheel machteloos tegen de T34. (De 37mm PAK 36 werd
Reichsanklopfgerät genoemd, het Rijksaanklopapparaat.) De granaten ketsten eenvoudig af tegen het schuine pantser. Alleen het 88mm luchtafweergeschut had geen moeite met de T34. Deze ervaring leidde bij de Duitsers tot de invoering van het 75mm geschut voor tanks en anti-tankkanonnen en tot de ontwikkeling van de Panthertank die sterk op de T34 geïnspireerd is.

T34's model 1942 staan klaar bij de fabriek om per trein naar het front vervoerd te worden.
Direct na de Duitse inval kwam de Sovjetunie in een penibele militaire situatie. Om de de oorlogsproductie zo hoog mogelijk te maken werden aan de T34 een serie vereenvoudigingen aangebracht om het productieproces te versnellen. Dit leidde tot de modellen 1941 en 1942. Pas in het model 1943 werden kwalitatieve verbeteringen aangebracht. Daarover bij het volgende modelletje meer.
De T34 wordt vaak genoemd als de beste tank van de Tweede Wereldoorlog. Daar valt wat voor te zeggen, vooral vanwege zijn sublieme balans tussen bepantsering, bewapening en mobiliteit, de eenvoudige productiewijze en zijn aanpasbaarheid aan nieuwe ontwikkelingen. Zelf zeg ik het altijd zo:
Als je een tankcommandant bent en je wilt een gevecht winnen, kun je het best een Tigertank hebben.
Als je een generaal bent en je wilt een veldslag winnen, kun je het best een flinke hoeveelheid Panthertanks hebben.
Maar als je een staatshoofd bent dat een oorlog wil winnen, ben je het meest gediend met de T34.

T34 model 1942 in actie
Genoeg gezwamd, op naar het kitje!