Stalin en de strategie van de SovjetunieIk vind het altijd wel aardig om de modellen die we bouwen in een militair-strategische context te plaatsen. Ook bij de Sovjet-Unie onder Stalin valt daar een hoop over te zeggen.
Hervormingen met harde handSinds de Russische Revoluties van 1917 was het Russische bewind en de Russische samenleving dramatisch veranderd. Van een archaïsche en voornamelijk agrarische absolute monarchie onder de Tsaren, werd Rusland onder leiding van Lenin met harde hand geleid naar een “arbeidersparadijs” van arbeiders, soldaten en boeren. De industrialisering, en met name de zware industrie (staal, kolen, olie), werd in hoog tempo doorgevoerd. Boeren werden gedwongen hun privébezit op te geven en samen te werken in collectieve boerderijen om de landbouw efficiënter en productiever te maken. Wie weigerde of tegenwerkte werd naar Siberië gestuurd of eenvoudigweg vermoord. Voor de zekerheid werden hele groepen preventief over de kling gejaagd, zoals de Koelakken, de middenklasse van redelijk welvarende boeren met eigen boerderijen. Als gevolg van deze dwang en de daaruit voortvloeiende chaos en tegenwerking stortte het landbouwsysteem aanvankelijk in en ontstonden grote hongersnoden. De ergste daarvan was de Holodomor die in 1932-1933 in Oekraïne aan ca. 5 miljoen mensen het leven kostte. Het is mede aan deze hongersnood te wijten dat Stalin, die in 1924, na de dood van Lenin de macht in de Sovjetunie naar zich toe wist te trekken, na Mao Zedong geldt als de grootste dictator aller tijden (met het grootste aantal slachtoffers op zijn naam). Hitler is een goede derde. Ondanks dat alles ontwikkelde de Sovjetunie zich tot een industriële en militaire grootmacht, en dat zou blijken tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna.
Mechanisatie van de Soviet landbouw ten tijde van Stalin.
De geostrategische positieZoals hierboven beschreven veranderde de Russische samenleving onherkenbaar vanaf 1917. De geopolitieke positie en de daaruit voortvloeiende strategie bleef echter vooralsnog ongewijzigd. Rusland is een continentale mogendheid die in het westen en het zuiden ingesloten wordt door andere landen. In het noorden wordt het land ingeperkt door de vrijwel het gehele jaar dichtgevroren Noordelijke IJszee. En in het oosten worden de beste havens sinds de Russisch-Japanse oorlog van 1906 bedreigd door de krachtige Japanse Keizerlijke Marine. Rusland heeft weliswaar toegang tot de Oostzee en de Zwarte Zee, maar beide zeeën zijn binnenzeeën waarvan de toegang door andere mogendheden gemakkelijk kan worden afgesloten. Het gevolg was dat Rusland zich nooit ontwikkeld heeft tot een maritieme macht van betekenis. De Russische marine was altijd van ondergeschikt belang aan het landleger, en Rusland heeft nooit koloniale ambities gehad zoals de andere grote mogendheden in de 19e eeuw. Dit veranderde na de dood van Stalin. Pas onder Chroesjtsjov en Brezjnev, vanaf de jaren ’60 van de twintigste eeuw begon de Sovjetunie met serieuze vlootbouw en een wereldwijde maritieme ambitie. Die leidde onder andere tot de Cubacrisis van 1962, en sterke Russische invloeden in Afrika. Onder Stalin was daar echter nog geen sprake van. De Sovjetmarine was klein en opereerde vooral met kleine schepen: fregatten, jagers, kanonneerboten en duikboten. De operaties dienden daarbij vooral ter ondersteuning van landoperaties en stonden niet op zichzelf.
Geografische situatie van de Sovjetunie in 1941
Waar Rusland geen koloniale ambities in West-Europese zin had, was het wel al vanaf de 17e eeuw bezig om Siberië onder zijn invloedssfeer te brengen. Dat proces werd aan het eind van de 19e eeuw voltooid, net als dat Centraal Azië veroverd werd. Daarmee was het tsaristische Rusland qua oppervlakte het grootste land ter wereld geworden. Eind 19e eeuw koloniseren de Russen zelfs Alaska, maar dit wordt kort daarna aan de Verenigde Staten verkocht. Haar duizenden kilometers lange landsgrenzen bracht Rusland met grote regelmaat in conflict met andere grote mogendheden. In de 19e eeuw waren dat met name het Habsburgse rijk, het Ottomaanse Rijk, China, en in toenemende mate, Japan. Als gevolg van deze bedreigingen werd de Russische defensiebegroting vooral geïnvesteerd in het landleger. Dit blijft zo onder het bewind van Stalin. Hoewel na de Eerste Wereldoorlog zowel het Habsburgse als het Ottomaanse rijk ontmanteld worden, en geen bedreiging meer vormen voor de Sovjetunie, wordt de dreiging uit het westen overgenomen door Duitsland, en in mindere mate door Engeland en Frankrijk, die na de val van het Ottomaanse Rijk de Sovjetambities in het Midden-Oosten willen beteugelen.
Onder het bewind van Stalin blijft de Sovjetunie dus een continentale grootmacht, zonder maritieme ambities. De kern van de strijdmacht bestaat uit het landleger. Zowel de marine als de luchtmacht staan in dienst van het landleger en dienen ter ondersteuning van landoperaties. De marine en de luchtmacht hadden geen zelfstandige strategische functie zoals bijvoorbeeld de Britse Royal Navy en de Royal Air Force die wel hadden.
Vooruitstrevende tactieken en strategieënDe combinatie van een belangrijk landleger, een snel industrialiserende samenleving en de breuk met oude tradities en elites in de revolutionaire samenleving leidden tot een frisse en futuristische kijk op militaire vraagstukken. Dat begon al met Lev Trotski die de Russische burgeroorlog (1917-1922) wist te winnen door het Rode leger op doeltreffende wijze te organiseren. Ook toen Trotski in ongenade was gevallen bracht dit geen einde aan de vernieuwing. De Sovjets hadden goed naar de ervaringen van de Eerste Wereldoorlog gekeken en waren erg enthousiast over het gebruik van tanks en mechanisering van het leger. Gedurende de jaren ’20 begonnen zij daar al uitgebreid mee te experimenteren. Het verdrag van Rapallo speelde daarin een belangrijke rol. In dit verdrag tussen de Duitse Weimar Republiek en de Sovjetunie uit 1922 schold de Sovjetunie Duitsland de herstelbetalingen van de Eerste Wereldoorlog kwijt in ruil voor officiële erkenning van het Sovjetregime. Daarmee was Duitsland de eerste staat die de Sovjetunie erkende. Er was echter ook een geheime clausule over militaire samenwerking in het verdrag opgenomen. Als gevolg van het Verdrag van Versailles waren de militaire mogelijkheden van Duitsland zeer beperkt. Het verdrag van Rapallo maakte het voor Duitse militairen mogelijk in de Sovjetunie te oefenen met tanks en vliegtuigen en nieuwe wapens te ontwikkelen in Russische fabrieken, op voorwaarde dat de ervaringen, producten en militaire technologie gedeeld zouden worden met de Sovjetunie. Dit voorzag de Sovjetunie van de nieuwste technologieën en opvattingen die aan de basis zouden liggen van het Rode Leger in de Tweede Werelddoorlog.
Duitse militairen oefenen met triplex namaaktanks in de Sovjetunie.
Maarschalk Tuchachevsky en de “Diepe Operaties”Één van de belangrijke personen die de hervorming van het Rode Leger leidden was generaal, later Maarschalk, Michail Tuchachevsky. Hij voorzag een moderne oorlogvoering met tanks, vliegtuigen en parachutisten, waarbij flexibele communicatiemiddelen moesten worden toegepast en lagere commandanten zelfstandig beslissingen moesten kunnen nemen om onverwachte situaties optimaal te kunnen uitbuiten, vergelijkbaar met de Duitse Auftragtaktik. Vanaf het einde van de jaren ’20 ontwikkelde Tuchachevsky samen met een aantal anderen het concept van “Diepe Operaties”. Nieuw hieraan was ten eerste het concept “operaties”. Tot dan toe werd slechts onderscheid gemaakt tussen strategie en tactiek. Tuchachevsky verbond beiden door het tussenliggende concept van “operaties” te ontwikkelen. Dat concept zou je kunnen definiëren als het inzetten van militaire macht in een opeenvolgende reeks van tactische situaties om over een langere termijn strategische doelen te behalen. Het verbindt daarmee tactiek (hoe win je een veldslag) met strategie (hoe win je een oorlog) en is vooral van belang voor langdurige conflicten die zich in grote geografische ruimtes afspelen. Het concept “operaties”, bedacht door Tuchachevsky, wordt tegenwoordig in alle krijgsmachten gebruikt.
Michail Tuchachevsky, Maarschalk van de Sovjetunie
Tuchachevsky’s theorie van Diepe Operaties richtte zich, zoals zoveel militaire theorievorming na de Eerste Wereldoorlog, op het voorkomen van een statische loopgravenoorlog, die tot uitputting van het land zou leiden. Volgens de theorie van Diepe Operaties moest het vijandelijk front eerst gebroken worden door krachtige en zwaar bepantserde eenheden in zogenaamde Schoklegers. Als de vijandelijke linie doorbroken was moest niet zoals gebruikelijk de vijand omsingeld en vernietigd worden, maar moesten snelle en beweeglijke gepantserde eenheden diep doorstoten in het vijandelijke achterland om de zogenaamde “strategische ruimte” te bezetten. Daarmee zou de vijandelijke commandovoering en bevoorrading uitgeschakeld worden, ontzetting van omsingelde eenheden onmogelijk worden, en hergroepering van de vijand verstoord worden. Kortom, de vijand zou het voortzetten van een georganiseerde tegenstand onmogelijk gemaakt worden.
Lichte en razendsnelle tanks als de BT-7 werden special ontworpen voor de "diepe operaties".
In de jaren ’30 werd in de Sovjetunie druk geëxperimenteerd en geoefend met de Diepe Operaties. We kunnen stellen dat rond 1935 de Sovjetunie het grootste en meest moderne landleger ter wereld bezat, dat meer dan enig ander leger uitgerust en geoefend was voor de gemechaniseerde oorlogvoering. Tot Tuchachevsky in ongenade raakte. Tijdens de Grote Terreur van 1937 werd hij in opdracht van Stalin vermoord. Daarmee raakte ook zijn theorie van Diepe Operaties in diskrediet. Om politieke redenen werd de militaire doctrine van de Sovjetunie aangepast in meer traditionele zin, waarbij een hoofdrol was weggelegd voor infanterie en artillerie. Dat paste meer bij het boeren- en arbeidersideaal van het Rode Leger.
Tijdens de Grote Terreur was Tuchachevsky niet de enige kundige militair die werd weggezuiverd. Een groot deel van de top van het Rode Leger werd vermoord. Degenen die overbleven waren politiek misschien zuiver op de graat, maar niet meer dan middelmatige militairen. De gevolgen tijdens de Duitse inval van juni 1941 waren desastreus: het Rode Leger werd in de eerste maanden van de oorlog weggevaagd en allen de raspoetitsa, het modderseizoen in het najaar, en de daaropvolgende strenge winter redde de Sovjetunie van een totale militaire nederlaag.
Duitse eenheden lopen vast in de Raspoetitsa, de Russische modder, november 1941
Het duurde dan ook niet lang voordat Tuchachevsky’s ideeën over Diepe Operaties weer in ere werden hersteld. We zien dan ook bij de Slag om Stalingrad en bij latere campagnes onvervalste kenmerken van Diepe Operaties: diep doorstoten met gepantserde eenheden om strategische ruimte te bezetten en het aanvankelijk ongemoeid laten van ingesloten Duitse eenheden (Duitse 6e Leger). De Diepe Operaties van Tuchachevsky liggen ook ten grondslag aan de militaire Sovjet doctrines tijdens de Koude Oorlog, en het was precies dat waar de NAVO altijd zo bang voor was: het diep doorstoten van Sovjet pantsereenheden door de Noord-Duitse laagvlakte.
Operatie Uranus. "Diepe operaties" tijdens de slag om Stalingrad.
Het Sovjet militair-industriële complex en de Lend-LeaseVanaf de Revolutie had de Sovjetunie een sterk industrialisatieprogramma opgezet. De Vijfjarenplannen die Stalin vanaf 1928 liet opstellen versterkten deze tendens. Er werden enorme complexen van zware industrie gebouwd, ten koste van de voedselproductie en consumentengoederen. Deze industrie produceerde vooral productiemiddelen zoals tractoren, vrachtwagens, treinen en machines. In militair strategische zin was deze industrie van groot belang. Een fabriek die tractoren bouwt kan snel omschakelen naar tanks, kanonnen en munitie. En de Sovjetunie was dan ook in staat om de wapenproductie in korte tijd tot grote hoogte op te voeren. De zware industrie in de Sovjetunie was echter vooral in het westen geconcentreerd. Dat bleek een kwetsbare positie toen de Duitse legers in 1941 snel oprukten. In allerijl moesten de fabrieken ontruimd worden, en de machines, de arbeiders en de grondstoffen naar achter de Oeral verplaatst worden. Daardoor viel de oorlogsproductie in het najaar van 1941 vrijwel stil. In de Oeral werden de fabrieken moeizaam weer op gang gebracht waarbij de arbeiders soms in de felle vrieskou in de buitenlucht achter hun machines stonden.
De Britten, die tot de Duitse inval in de Sovjetunie in hun eentje tegenover de Duitsers stonden, wilden hun nieuwe bondgenoot kost wat kost overeind houden en begonnen via de Noordelijke IJszee oorlogsmaterieel naar de Sovjetunie te verschepen: Britse tanks, vliegtuigen, vrachtwagens etc. Vaak niet het beste materieel, maar de Sovjets konden in die fase alles gebruiken. Toen in december 1941 ook de Verenigde Staten in de oorlog betrokken waren werden, in het kader van Lend-Lease overeenkomsten enorme hoeveelheden oorlogsmaterieel van de Verenigde Staten naar de Sovjetunie getransporteerd. De Russen zullen het nog steeds niet graag erkennen, maar een groot deel van hun oorlogsinspanning draaide op de Amerikaanse industriële productie. Zo was ongeveer 1/3e van de vrachtwagens van het Rode Leger in de VS geproduceerd. Er werden meer dan 400.000 motorvoertuigen en bijna 2.000 stoomlocomotieven aan de Sovjetunie geleverd, alsmede miljoenen tonnen voedsel en grondstoffen, duizenden pantservoertuigen, vliegtuigen en treinwagons.
Lend-Lease: Amerikaanse Sherman tanks in dienst van het Rode Leger
In de loop van 1942 kwam ook de eigen oorlogsindustrie van de Sovjetunie weer op stoom. Karakteristiek voor de Sovjetproductie waren technisch eenvoudige en gemakkelijk produceerbare producten. De toleranties waren hoog, de afwerking was slordig, maar het functioneerde en als het stuk ging was het makkelijk te repareren of goedkoop te vervangen. Lomp en ruw, soms onbetrouwbaar maar uiteindelijk effectief en efficiënt. Zo wist de Sovjet planeconomie een enorme oorlogsproductie te bereiken die alleen door de Amerikanen overtroffen werd. In mei 1944 bijvoorbeeld was de productie van de T34 tank gestegen tot 1.200 exemplaren per maand! Tegen dat soort productiecijfers kon Duitsland niet op. Het totaal aantal geproduceerde Panther en Tiger tanks oversteeg de 10.000 exemplaren niet.
Soviet T34 tanks gaan rechtstreeks van de fabriek naar het front.
Bufferzones tegen het Russische TraumaEen belangrijk element in het Sovjet/Russische strategische denken is nog niet benoemd. In 1812 bereikte Napoleon Moskou en brandde de stad plat. Iets meer dan een eeuw later bereikten de Duitse legers de buitenwijken van Moskou. De grootste Russische angst is een invasie vanuit het Westen die de kern van de Russische staat bereikt. De geschiedenis heeft aangetoond dat het kan gebeuren. Al twee keer. De twee belangrijke lessen die de Russen hieruit leerden zijn: het Westen vormt een bedreiging, en het is belangrijk ons hiertegen te wapenen. Dit leidde voor de Tweede Wereldoorlog tot het Molotov-Von Ribbentrop pact, en na de Tweede Wereldoorlog tot het creëren van een militaire en economische bufferzone tegen het Westen, in de vorm van het Warschaupact (militair) en de Comecon (economisch).
Ondertekening van het Molotov-Von Ribbentrop Pact in 1939
In het Molotov -Von Ribbentrop Pact zag Stalin een beveiliging tegen het zich snel bewapenende Duitsland, dat een sterk anti-communistische retoriek uitsloeg en openlijk speculeerde op “Lebensraum in Osten”. Bovendien was in een geheime clausule bepaald dat Polen tussen beide landen opgedeeld zou worden. Dat leverde Stalin een stukje extra bufferzone tegen Duitsland op. Stalins veiligheidsgevoel was onterecht. Hij was geschokt door de onverwachte Duitse inval in juni 1941 en het duurde enkele dagen voordat hij zich psychisch herstelde.
Duitse en Sovjet militairen ontmoeten elkaar bij de verdeling van Polen in 1939
Dat de bufferzone van het Warschaupact na de Val van de Muur instortte en dat voormalige Sovjetrepublieken als Estland Letland en Litouwen lid werden van de NAVO voelt voor de Russen als een directe bedreiging: een speer van de NAVO gericht op het hart van Rusland. Vandaar dat Rusland zo ontzettend veel moeite doet om Wit-Rusland en Oekraiëne binnen zijn invloedsfeer te houden.
Zo, nu heb ik toch mooi een strategische draad getrokken van Napoleon tot Poetin, met Stalin als het middelpunt. Soms is het ff wat kort door de bocht, maar goed, anders moet ik een heel boek schrijven. Dus voor de liefhebbers: vul maar aan of plaats kritische kanttekening.