Er was na de MPM Sally tijd voor nog een bijdrage aan de groepsbouw.
Het is het jongere zusje van de Sally. Ik vond ze altijd bij elkaar horen.
Volgens scalemates dateert ze van 1998.
Hasegawa bracht van BIJNA alle belangrijke japanse WW2 bommenwerpers een state of the art kit uit. Gelukkig ook van de Helen.
Ik was er heel blij mee en kocht het gelijk want ik was al lang vruchteloos op zoek naar een kitje van dit vliegtuig.
Het bestond namelijk wel. Revell Takara had ooit dit model maar het was zeker zo zeldzaam als de Ki21 Sally.
Wat er ooit met die mallen en kitjes gebeurt is, is 1 van de grootste mysteries van de modelbouw.
Net nadat ik de Hasegawa Ki49 kocht kwam ik de Revell kit tegen op een beurs.
Geen toeval natuurlijk.
Ik mocht een blik werpen in de doos en zag dat de kit dezelfde (zeker voor die tijd) uitzonderlijke kwaliteit had als de Ki21.
Maar ja, nu had ik al een Helen en men vroeg er nog steeds een hoge prijs voor, dus laat maar.
Ik had er zo lang naar gezocht, misschien had ik het gewoon moeten kopen.
De Hasegawa Ki49 heeft zeker de kwaliteit die je van een Hasegawa mag verwachten maar is misschien toch net iets eenvoudiger dan de Betty, de Peggy, de Francis of de Nell.
Het is gewoon een hele brave Hasegawa kit, op een paar dingen na. Maar daarover later.
De versie uit de doos geeft een toestel van de Hamamatsu vliegschool uit 1943.
Op zich prima, maar een beetje suf geheel metaalkleurig toestel.
Dat kan wel anders. Zoals de 2e van de Revell boxarts aangeeft bestond voor de Ki49’s een unieke zebra camouflage.
Groene strepen van verschillende dikte met zachte randen over het metaal.
Hier wel in alleen achterwaartse richting.
Ik heb wel gelezen dat het ondergelopen rijstvelden moest voorstellen.
Het schema was niet strikt en er waren variaties.
Zoals hier de strepen in zowel voorwaartse als achterwaartse richting.
Deze variatie is wel prettig want dat verschaft enige vrijheid. Maar zover is het nog niet.
Eerst het ding maar eens in elkaar zetten.
Daarbij was het de bedoeling om na de ingrijpende MPM Sally ombouw maar eens lekker recht toe, recht aan te gaan plakken.
Het eerste wat mij opviel is dat hoewel het toestel op foto’s fors voorkomt het eigenlijk vrij klein is.
Nauwelijks groter (en ook nauwelijks beter) dan het toestel dat ze moest vervangen.
Het interieur is tamelijk summier en kan wel wat extra’s gebruiken.
Met name omdat er echt wel wat zichtbaar is door de grote ramen.
De piloten zijn sinds de Ki21 exercitie uit voorraad leverbaar. Het is echter wel dringen in de cockpit, en het past maar het net.
Bijzonder is de duo stuurkolom. De romp kan dicht en de bouw vlot snel.
Als de vleugels aan de romp gaan vind ik de V-stelling veel te sterk en ga ik die afzwakken tot acceptabele proporties.
Sneller gezegd dan gedaan, maar dat komt wel goed.
Volgend punt is de glazen neus (onderdeel J17).
Op het gietraam is het voorzien van een kruis dat verwijderd moet worden.
Als ik het wegknip met een tangetje kan het harde materiaal niet meegeven en springt er een barst in.
Gelukkig grotendeels buiten een raampje.
Dus als je het kruis verwijderd dan niet knippen maar beter wegzagen ,hoewel dat ook geen succes garandeert.
Onderdeel J17 geeft nog meer problemen want het is eigenlijk te groot voor de romp.
Het scheelt niet veel, maar toch moet er gesmokkeld en verwijderd worden.
Nu we het toch over het glaswerk hebben, dit is het Eduard canopy mask voor de Ki49.
Zoals je ziet is het zeer omvangrijk.
Je moet er niet aan denken om dit allemaal af te tekenen en te knippen.
Eigenlijk zou verkoop van de Ki49 zonder canopy mask verboden moeten worden.
Ik gebruikte eens eerder een canopy mask van Modelsvit tijdens de bouw van een Beriev Be-12.
Toen ik de masking verwijderde bleven er heel vervelende lijmresten achter.
Tip: als je canopy mask lijmresten achterlaat gebruik dan een onschuldig sopje maar geen sticker verwijderaar!!
Het Eduard mask gedroeg zich echter voorbeeldig.
Voor de kleurstelling heb ik het volgende gebruikt.
Het spuiten van het patroon is wel een dingetje.
Wij modelbouwers hebben de neiging om dingen netjes en met een gegarandeerde uitkomst te doen.
Het spuiten van dit patroon vereist een soort tegennatuurlijk gedrag.
Niet afplakken. Niet nadenken, diep ademhalen, los uit de hand spuiten maar ook weer niet overdrijven.
Voordeel van de Alclad ondergrond is dat het een keiharde lak is.
Schiet je uit of is het teveel dan veeg je het Army Green gewoon weg en begin je gewoon opnieuw. Uiteindelijk krijg je dit.
Het geel aan de voorrand van de vleugel is heel attent als decal meegeleverd.
Het zou echter over een hoge richel geplooid moeten worden en daarom leek het me beter om het te spuiten.
Voor het antiglare op de motorgondels is een speciaal Mr.Color 25 Cowling color.
Het zou een mat zwart met een blauwe zweem moeten zijn. Ik heb het gebruikt, maar ik zie de zweem niet echt.
Met dit achter de rug is de rest een wandeling in het park.
Voor de spinners meng ik bruin en rood bruin.
Voor het mengen gebruik ik vaak de ziel van een blikje fris (blikje bier kan ook).
De hinomaru op de vleugels komen van de kit.
Let op dat ze op de vleugel zonder witte omranding zijn. Op de romp is die witte omranding er juist wel.
Ze komen van een velletje van Chameleon Decals die ik op de 2019 ESM kocht.
Deze bevat hinomaru zonder, met een dunne en met een dikke witte omranding.
Uiteindelijk vreemd zo’n exorbitante camo en vervolgens zulke enorme knalrode hinomaru.
Misschien heeft het van doen met de japanse erecode.
Tijd voor een photoshoot van het resultaat op de tuintafel.
Gauw weer naar binnen want het begint te regenen.