Dankjewel, Jan en Deef.
Strategische denkers en de oorlog in de Stille Oceaan.3. Giulio Douhet - Il dominio dell'aria (De beheersing van de lucht)Dit is het derde artikel in een serie van vier die de strategische theorieën behandelt die van invloed zijn geweest op de oorlog in de Stille Oceaan. Waar het eerste arikel een algemene inleiding betrof, en het tweede artikel zich bezighield met maritieme strategie, zijn we nu aangeland bij het denken over de inzet van het luchtwapen: echte airpower strategie!
Giulio Douhet (1869-1930) was een Italiaanse officier. Al aan het begin van de 20e eeuw was hij gefascineerd door techniek, de verbrandingsmotor en mechanisering van het leger. En al 1912 werd hij commandant van een afdeling vliegtuigen in de Italiaanse oorlog in Libië. Gedurende de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden zijn ideeën over het gebruik van vliegtuigen in de oorlogvoering zich verder. In 1922 publiceerde hij zij boek Il dominio dell'aria (de beheersing van de lucht) de eerste belangrijke publicatie over de theorie van de luchtoorlog. Zijn ideeën waren controversieel maar invloedrijk in de jaren ’20 en ’30. Zowel direct als indirect beïnvloedden zij het strategisch denken in de strijd om de Stille Oceaan.
Giulio Douhet
De bommenwerper komt er altijd door – de ideeën van Giulio DouhetHet luchtwapen was revolutionair volgens Douhet. De lucht is, in tegenstelling tot het land en de zee, driedimensionaal. Dat betekent dat de ruimte waarin het vliegtuig zich verplaatst enorm is en dat er zich geen enkele hindernis in bevindt. Vliegtuigen kunnen zich altijd en overal door de lucht verplaatsen. Daarom is er volgens Douhet tegen het vliegtuig geen effectieve verdediging mogelijk. (Let wel, dit was voor de uitvinding van radar aan het begin van de Tweede Wereldoorlog). Het luchtwapen was om die reden per definitie offensief, en de enige mogelijke verdediging was een tegenoffensief. Dit leidde tot de gevleugelde uitspraak (niet van Douhet zelf): ‘The bomber will always get through’. Op basis van dit uitgangspunt ontwikkelde Douhet een radicale air power theorie. Die bestond eruit dat een vloot van strategische bommenwerpers voldoende was om een oorlog te winnen. Die bommenwerpers, die volgens hem niet tegen te houden waren, moesten zich concentreren op de industrie, de machtscentra, de infrastructuur en de bevolking van de tegenstander. Dit zou de samenleving van de tegenstander binnen korte tijd geheel lam leggen. De bevolking zou daardoor in opstand komen en de eigen regering tot wapenstilstand dwingen. Volgens Douhet was een bommenwerpervloot het enige wat een land nodig had. Geld uitgeven aan een landleger en een zeemacht was niet alleen overbodig, maar ook een zinloze verspilling van middelen die ten koste zou gaan van het luchtwapen. De theorie van Douhet is de meest radicale theorie over strategisch bombarderen: het idee dat met bombarderen alleen een oorlog gewonnen kan worden. Bovendien is Douhet de eerste die het bombarderen van puur civiele doelen bepleit als een legitiem middel om een oorlog zo snel mogelijk te winnen. In die zin is er bij Douhet dan ook sprake van het strategische bombardement in zijn zuiverste vorm: bombarderen als enig middel om de oorlog als geheel te winnen.
Amerikaanse visualisatie van de effecten van massabombardementen op de Duitse bevolking, volgens de ideeën van Douhet.
De ideeën Giulio Douhet in de praktijkDe ideeën van Douhet waren in de jaren ’20 en ’30 invloedrijk, maar ook controversieel. Ze waren zo radicaal dat ze een totale breuk met het verleden veroorzaakten. En bovendien was zijn theorie onbewezen. Dat ging veel mensen en militairen veel te ver. Toch raakten zijn ideeën wijd verspreid en werden door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, bijvoorbeeld door andere belangrijke strategen als de Amerikaan Billy Mitchell (waarover in een volgend artikel meer) en de Brit Hugh Trenchard. Ook de populaire media pakten zijn ideeëngoed op. In de jaren ’20 en ’30 ontstond daardoor het begrip ‘Bomber scare’, de angst voor bommenwerpers, op een schaal die doet denken aan de angst voor een atoomaanval tijdens de Koude Oorlog.
Alhoewel de Duitsers, de Italianen en de Sovjets ook niet vies waren van het bombarderen van burgerdoelen, waren het met name de Britten en later de Amerikanen die dit gedurende de Tweede Wereldoorlog tot een ware kunst verheven. De ideeën van Douhet werden in deze landen verder doorontwikkeld. Met name het Britse Bomber Command onder leiding van Sir Arthur ‘Bomber’ Harris was ervan overtuigd dat zij op eigen kracht de oorlog tegen Duitsland zou kunnen winnen door de Duitse steden te bombarderen. Zij vonden dan ook dat er te veel middelen aan het leger, de vloot en de luchtverdediding werden besteed en te weinig aan Bomber Command. Er werd veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de meest effectieve manier van bombarderen, met name om vuurstormen te creëren, zoals in Hamburg, Dresden en Tokyo onder ‘gunstige’ omstandigheden lukte. In de VS werd zelfs een Berlijnse wijk nagebouwd om gemengde ladingen van springbommen, luchtmijnen en brandbommen op hun effectiviteit te testen. Ook werd baanbrekend onderzoek verricht naar radartechnologie en radionavigatie om bommenwerpers ook gedurende een pikzwarte nacht naar hun doel te leiden.
Lancaster wordt geladen met een 'wetenschappelijk geoptimaliseerde' mix van luchtmijn, hoogexplosieve bommen en brandbommen.
Beperkingen van de ideeën van DouhetAan het eind van de Tweede Wereldoorlog lagen vrijwel alle Duitse steden grotendeels in puin door de Britse en Amerikaanse bombardementen en waren er honderdduizenden burgerslachtoffers gevallen. Toch leidde dat niet tot een Duitse overgave. In die zin was de theorie van Douhet zacht gezegd niet correct. Er was een groot landleger nodig om het Duitse regeringscentrum en grote delen van het Duitse grondgebied te veroveren voordat Duitsland capituleerde. Maar het is ook weer niet zo dat de bombardementen helemaal zinloos waren. De Duitse productiecapaciteit en het transportsysteem werden in de laatste jaren van de oorlog door de bombardementen zwaar aangetast. En de Duitse luchtverdediging kostte veel middelen die niet aan andere fronten ingezet konden worden.
Ook op andere punten schoot de theorie van Douhet tekort. Deze was ontwikkeld uit ervaringen in de Eerste wereldoorlog en hield geen rekening met de snelle technische ontwikkelingen van daarna. Het bleek namelijk dat er wel degelijk een effectieve verdediging tegen bommenwerpers mogelijk was. Ten eerste kwam dat door de ontwikkeling van de radartechnologie. Hierdoor was er voldoende waarschuwingstijd waar en wanneer bommenwerpers zouden arriveren, en konden de verdedigende jachtvliegtuigen de bommenwerpers effectief onderscheppen. Ten tweede ontwikkelde de jagers zich tot snelle en zwaarbewapende machines waartegen bommenwerpers nauwelijks verweer hadden. Dit dwong de bommenwerpers al snel tot nachtelijk opereren, waarbij bleek dat zij in het donker slechts zelden hun doel konden vinden. Het bombarderen werd daardoor totaal ineffectief. Ontwikkelingen in radionavigatie verbeterden de situatie maar gingen gelijk op met de radartechnologie waardoor de bommenwerpers ook ’s nachts beter vindbaar waren voor de nachtjagers en de luchtdoelartillerie.
Samengevat kunnen we stellen dat Douhets radicale theorie een flinke miskleun was, en dat toegewijde aanhangers van zijn denken honderdduizenden burgerslachtoffers en enorme materiële schade veroorzaakt hebben, zonder dat het nut en de effectiviteit van deze bombardementen vaststond. Daar komt bij dat, ook volgens de toen geldende normen en verdragen, het opzettelijk bombarderen van burgerdoelen een oorlogsmisdaad was. Deze oorlogsmisdaad op zeer grote schaal is nooit veroordeeld, omdat na de Duitse nederlaag het recht van de overwinnaar gold. Dat neemt niet weg dat het luchtwapen zich gedurende de Tweede Wereldoorlog sterk ontwikkeld heeft en een beslissende rol is gaan spelen in de oorlogvoering.
Hamburg na de vernietigende vuurstorm van juli 1943 waarbij meer dan 40.000 doden vielen.
Douhet en de strijd in de Stille OceaanDe directe invloed van de ideeën van Giulio Douhet op de strijd in de Stille Oceaan beperkt zich tot de laatste fase van de strijd. Pas vanaf het voorjaar van 1944 komt Japan binnen het bereik van de nieuwe B-29 bommenwerpers. Aanvankelijk opereerden die vanuit Brits-Indië waarbij ze tussenlandingen maakten op slecht uitgeruste Chinese vliegvelden. Alleen de zuidelijke eilanden van Japan lagen nog binnen het bereik en door logistieke problemen bleef de intensiteit van de bombardementen beperkt.
B-29 bommenwerper
Toen in de zomer van 1944 de Marianen op de Japanners veroverd werden en daar grote vliegbasissen aangelegd werden, kwam het strategisch bombarderen van Japan pas echt op gang. Heel Japan was nu binnen het bereik van de B-29’s gekomen, en vanaf november 1944 werden op grote schaal strategische bombardementen uitgevoerd op de Japanse steden. Aanvankelijk probeerden de Amerikanen, net als in Europa, met precisiebombardementen van grote hoogte strategische sleutelindustrie uit de schakelen: de vliegtuigmotorenindustrie. Daarnaast richtten zij zich op de bevolkingscentra om het Japanse arbeidspotentieel te verstoren. De resultaten waren echter beperkt en de Amerikaanse verliezen hoog. De Japanse luchtverdediging functioneerde nog prima.
B-29's op Guam. Heel Japan is binnen vliegbereik.
Vanaf maart 1945 wordt een nieuwe strategie ingezet: meedogenloze oppervlaktebombardementen van de Japanse steden met brandbommen. Eerst de grote steden, daarna de kleinere. De grotendeels uit hout en papier gebouwde traditionele Japanse huizen brandden als fakkels. En de Japanse overheid had niets voorbereid aan civiele bescherming. Bij het verschrikkelijke bombardement op Tokyo van 9 maart 1945 vallen meer dan 100.000 doden. Net zoveel als de slachtoffers van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki bij elkaar. Meer dan 70% van de bombardementsvluchten werd uitgevoerd tegen burgerdoelen. Daarnaast wordt ook de zware industrie van Japan met explosieven bestookt en wordt de scheepvaart lamgelegd door zeemijnen die op grote schaal door B-29’s worden gelegd. Maar ook hier brachten de conventionele bombardementen niet de beoogde overgave van Japan. Weliswaar werd de bevolking oorlogsmoe, maar toewijding aan de Keizer en het repressieve Japanse politieapparaat voorkwamen dat de bevolking in opstand kwam. Hoewel partijen in de Japanse regering al in het voorjaar van 1945 wilden onderhandelen met de Amerikanen, werd dit geblokkeerd door het Japanse leger dat zich nog niet verslagen achtte. Er moesten twee atoombommen aan te pas komen voordat Japan bereid was te capituleren. Aanvankelijk leek de atoombom een voortzetting van Douhets theorieën met krachtiger middelen. Maar toen de Sovjetunie in 1949 ook over het atoomwapen bleek te beschikken veranderde dit het strategisch denken volkomen. De Koude Oorlog brak uit waarbij de strategie vooral bestond uit afschrikking door dreigende vergelding met massavernietigingswapens.
Tokyo na het vernietigende bombardement van 9 maart 1945.
Evaluatie van de toepassing van Douhet’s ideeën in de Stille OceaanEr zijn veel paralellen tussen de strategische bombardementen op Japan en die op Duitsland, beide geïnspireerd op de ideeën van Douhet. Het aanvankelijke streven is het bombarderen van industriële, logistieke en militaire doelen. Door gebrek aan precisie en een goed opererende luchtverdediging is dit echter niet effectief en niet efficiënt. De bommen vallen grotendeels mis en de eigen verliezen zijn hoog. Uit armoede begint men dan, lijnrecht tegen de Conventie van Genève in, met het op grote schaal bombarderen van burgers. Zowel in Duitsland als in Japan vallen honderdduizenden burgerslachtoffers. Maar dit leidt niet tot de door Douhet voorziene volksopstand tegen de regering. De bombardementen op industriële, logistieke en militaire doelen worden na verloop van tijd door ervaring, technische innovatie en het wegvallen van de Japanse luchtverdediging wel steeds effectiever. Zij hebben ook meetbaar bijgedragen aan de Japanse nederlaag. Ook in de strijd tegen Japan blijken de belangrijkste principes van de theorie van Douhet niet valide te zijn, maar zijn als gevolg van zijn ideeën wel honderdduizenden burgers moedwillig om het leven gebracht.
De gruwelen van Douhet's theorie: verbrande lijken na het bombardement op Tokyo van 9 maart 1945
Indirect Ook op indirecte wijze is de oorlog in de Stille Zuidzee door Douhet beïnvloed, namelijk via het gedachtengoed van de Amerikaanse generaal Billy Mitchell, die door Douhet geïnspireerd was. Over zijn ideeën gaat het volgende artikel.