Zo, het wordt weer eens tijd voor een brouwverslag. Ik heb na de
He-219 themabouw voor Hurdegaryp gekozen om over te stappen op de tegenpartij en wel de Britten. Op de basisschool (die toen nog lagere school genoemd werd) verslonden we de kleine WW2 stripboekjes die er toen volop te koop waren. Gewoon zwart-wit en vast opvoedkundig onverantwoord (het is nog een soort van goed gekomen met me

). Ik had er een die over de Hawker Typhoon en Hawker Tempest ging. En sinds die tijd heb ik altijd een zwak gehad voor deze twee kisten. Ik liep tegen een Airfix kit van de Tempest aan, dus die is het geworden.

De kit bevat decals voor twee versies en de tweede daarvan, van het 486 squadron Nieuw Zeeland gaat het worden. Bij het verzamelen van informatie over de Tempest kwam de rol bij de bestrijding van de V1's volop aan de orde. De Tempest was daar vanwege zijn snelheid het beste voor geschikt. Die snelheid was toch maar net aan. Er zijn allerlei acties uitgevoerd om er nog net iets meer snelheid uit te peuteren. Zo zijn de invasiestrepen deels van de Tempests afgehaald om gewicht te besparen en de weerstand te verlagen. De verf van de strepen zat er kennelijk nogal dik en ruw op, zodat het verwijderen van de strepen op de romp en de bovenkant van de vleugels tot pakweg 16 mijl per uur snelheidwinst opleverde. Dat is nogal wat, vind ik. Om de luchtafweer niet helemaal in verwarring te brengen werden de strepen op de onderkant van de vleugels nog behouden.
Buiten dit weetje over de verf kwam ik het verhaal van de Nieuw Zeelandse RAF piloot Flt Lt Gordon ‘Snowy’ Bonham tegen. Na in eerste instantie in Azië tegen de Japanners te hebben gevochten, was hij in Engeland terecht gekomen en op de Tempest omgeschoold. Op 27 augustus 1944 scoorde hij vier V1-overwinningen, waarbij hij er (naar eigen zeggen) drie neerhaalde met de "tipping"-techniek. Dat deed hij omdat zijn munitie op was. En hij sloot zijn sortie bovendien af met een lege tank en kwam uiteindelijk "dead-stick" op de basis terug.
Ik heb altijd gedacht dat "tipping" inhield dat de piloten de V1's een tik met de vleugeltip gaven. Maar nu las ik dat de truc was om de vleugeltip circa 15 cm onder die van de V1 te brengen. De V1 werd dan door de veranderde luchtstroom omgewipt, waarbij de gyroscopen uit balans werden gehaald en de V1 vervolgens neerstortte. "Tipping" werd weinig gebruikt, omdat het vliegtechnisch nogal een kunststukje was.
"Snowy" Bonham is later helaas gesneuveld tijdens een scramble in slechte weeromstandigheden. Boven zee meldde hij per radio dat zijn kompas defect was. Hij is uiteindelijk in Essex neergestort.
Eerst wilde ik zijn kist (EJ590/SD-L van 501sq) bouwen, maar dan had ik de decals zelf moeten maken en laten printen. Als (goedkoper en simpeler) alternatief heb ik daarom gekozen om de versie van het Nieuw Zeelandse squadron uit de kit te bouwen. Als een soort eerbetoon aan Lt Bonham ga ik de Tempest vliegend bouwen, met een V1 aan de vleugeltip. De V1 wordt een scratchbouw.
De inhoud van de doos:



Niets schokkends in de doos. Er vallen me wel een paar dingen op die ik uit de oude dozen, die ik meestal onder handen heb, niet gewend ben. Dit is de eerste kit die ik tegenkom zonder flash! De detaillering van de onderdelen is netjes en regelmatig en, dat is nieuw voor me, de panel lines van de linker en rechter romphelft sluiten op elkaar aan. De handleiding voelt aan als een encyclopedie. Het moet niet gekker worden! Zo wordt modelbouw haast simpel.
De bouw begint met de onderdelen die binnen de romp vallen. In plaats van de complete badkuip als cockpit betreft het hier alleen de stoel en de dash met gunsight. De andere onderdelen zijn de wheelbay van het achterwiel en de radiator en carburatorinlaat van de grote inlaat onder de neus. De boel is op de foto nog ongeverfd. Ik heb het volgens de handleiding groen en zwart geverfd. Alleen de radiator heb ik een alu-drybrush gegeven en de carburatorinlaat is helemaal alu.

De wheelbays kunnen dicht, want ik bouw de kist immers vliegend. En, surprise, surprise, de wieldeuren passen gewoon keurig in de openingen in de ondervleugel. Wat een verwenning. Binnen in de vleugel zit de omlijsting van de wheelbays als één groot deel, dat tevens de verbinding met de bovenvleugel lekker stevig maakt.

De lopen van de kanonnen zijn losse onderdelen die je in de vleugel moet aanbrengen. Ook wel netjes, want ik ben gewend dat ze dan aan één kant meegegoten zijn en dat je dan hetzij boven hetzij onder geen naad tussen kanon en vleugel hebt. Op deze manier zijn de lopen los van zowel onder als bovenkant.

De vloer van de cockpit zit aan de bovenvleugel en is een beetje open. Dus ik heb een flink deel een groene lik verf gegeven, alhoewel ik denk dat je er in de kleine opening boven weinig van zult zien. Maar beter safe dan sorry.

Als de vleugelhelften in elkaar zitten voeg je de stuurkolom en het voetenstuur toe.

Dat was het als inleiding.
_________________
Cheers, Jan
Onder handen:
X-planes,
Hawker Tempest met V1.
Voorbeelden van eerdere projecten: DC-2 Uiver, EC-135 traumaheli, NF5's Double Dutch Synchro pair, Dornier Do-X met brandschade, Smit Rotterdam.