De één is net klaar (McBo), een ander begint aan deze imposante kit... eigenlijk had ik als Alfa liefhebber de Alfa Romeo 8C 2300 Monza in mijn wishlist staan. Maar de doorslag voor deze kit, eigenlijk de belangrijkste reden, is de motor in de Mefistofele: een bijna 22 liter 6 cylinder vliegtuigmotor, deze kan als een aparte kit worden gezien (en is bij Italeri ook los te bestellen!)
(B
ron: Autoblog.nl)
De Mefistofele, genoemd naar de demon Mephistopheles uit de Europese literatuur, begon zijn leven als de Fiat SB 4 Grand Prix auto in 1908. Deze auto was voorzien van een 18-liter viercilindermotor die tijdens een race op Brooklands in 1922 deels ontplofte. De aangerichte ravage was voor de toenmalige eigenaar, John Duff, reden om de wagen van de hand te doen aan Sir Ernest Eldridge.
Omdat hij de cilinderinhoud aan de karige kant vond, werd besloten er een Fiat A-12 bis vliegtuigmotor met een inhoud van bijna 22 liter in de racer te sleutelen. Deze brute krachtbron paste met geen mogelijkheid in de auto en dus werd het chassis met bijna een halve meter verlengd (met onderdelen van een London bus ). Daarnaast kreeg de auto nieuw plaatwerk.
Zoals aangegeven heeft de Mefistofele een 21,7-liter zescilinder met 24 kleppen onder de kap, een blok dat daarvoor dienst deed als vliegtuigmotor. Alles bij elkaar zou deze krachtbron, met in totaal 24(!) bougies, goed moeten zijn geweest voor zo’n 320 pk, die middels twee kettingaandrijvingen naar de achterwielen werden overgebracht. Overigens was de achteras ook belast met het afremmen van de auto aangezien alleen aan deze zijde trommelremmen gemonteerd zitten.
Om het retroplaatje compleet te maken werden deze remmen bediend met een hendel die aan de buitenzijde van de auto gemonteerd zit naast de versnellingspook.
Op 6 juli 1924 toog Elridge naar Arpajon in Frankrijk voor zijn recordpoging. Om de boel nog spannender te maken was ook de Fransman René Thomas aanwezig in een V12 Delage La Torpill. Beide heren met ballen van staal zouden strijden om het snelheidsrecord op het land. Nadat Elridge het voormalige record had verbeterd met een snelheid van 230,55 km/u tekende Thomas, met succes, protest aan. De Fiat had immers geen verplichte achteruitversnelling en dus toog Elridge naar Parijs om in een werkplaats alsnog een achteruit in te laten bouwen. In de tussentijd joeg Thomas zijn Delage naar een nieuwe recordsnelheid van 230,64 km/u. Elridge was niet voor één gat te vangen en deed op 12 juli een nieuwe poging om de titel te veroveren. Met 234,98 km/u verpulverde hij het record wat om nog een reden uniek was. Na deze memorabele dag zou nooit meer een recordpoging op de openbare weg worden gedaan.
Na omzwervingen door Engeland dook de auto plotseling weer op in 1961. Een jaar later slaagde de fabrikant erin de auto terug te kopen, om hem een welverdiende rustplaats te geven in het Centro Storico Fiat te Turijn. Dit centrum bevindt zich op de plaats waar in een grijs verleden raceauto’s werden gebouwd waaronder, je raadt het nooit, de Mefistofele. En zo kwam deze rode duivel na een boeiend en heldhaftig leven toch nog terug op zijn geboortegrond.
Nogmaals, mijn hart gaat uit naar het motorblok. Heb nog nooit een auto gebouwd
.
Ik ga ook weer eigenwijs zijn met de bouw
... veel bouwverslagen laten een hoogglans clean model zien, dat vind ik niet mooi. Helemaal historisch correct gaat hij zeker niet worden, dan moet hij zwart, en moet er voor de recordpoging een tweede stoel in, bijvoorbeeld.
Hem precies zo bouwen zoals hij nu in Museum staat gaat hem ook niet worden t.a.v. plaatwerk en kleurstelling - daarvoor ontbreken de capaciteiten bij mij. Dus een beetje er tussenin: wel gebruikt, maar in redelijke tot goede staat.
Ik ben al even bezig met de voorbereidingen, heb een aantal goede referentiefoto’s laten afdrukken op 20x25 en opgehangen. Details vergeleken en al aantekeningen in de bouwbeschrijvingen gemaakt. De onderdelen in het zicht ga ik wel aanpassen: vering, bouten, moeren, klinknagels, klepveren e.d. - maar ik ga geen wielen scratchen omdat de originele een aantal spaken meer heeft. Zoiets
.
De kit komt in een mooie doos:
Grappig is dat het aantal onderdelen minder is dan in een knappe 1/35 kit
. Wel netjes verpakt, maar ‘grof’. Grotere onderdelen knip je niet van de sprues ... dat wordt zagen (chassisdelen bijvoorbeeld). De gietnaden zijn wel 1/12 ... groot! Behoorlijke sink marks ook.
Er zit een mooi plastic onderdelendoosje in met boutjes, moertjes, slangetjes, e.d. Het is wel spannend wat er in jouw kit precies in zit: ik heb groene, rode, zwarte bougiekabels gezien (het worden ‘stoffen’ gelige, zoals hoorde vroeger). In de eerdere kits schijnt een stukje echt leer gezeten te hebben, bij mij iets plasticachtigs wat je met een zwarte stift maar zwart moet maken. De slangetjes e.d. schijnen stuk voor stuk niet de juiste schaal te zijn ...
.
De bouwbeschrijving is matig. De kit is al enige tijd op de markt, maar de gigantische missers zijn niet aangepast, zelfs geen inlegvelletje. Beetje 100 keer gekopieerd-kwaliteit ook.
Plan is om het chassis eerst in elkaar te lijmen, dan wil ik van wat resthoutjes een framewerkje bouwen waar deze goed op past voor de verdere bouw. Daarna ga ik denk ik aan de motor: die is zo gaaf!